Kleine, zuinige auto’s zijn op het moment erg populair. Ze gunstige aanschafprijs is in tijden van crisis erg fijn en door het lage verbruik zijn de kosten ook erg laag. Toch zou de opmars van deze kleine, zuinige auto’s binnenkort kunnen afnemen. In diverse landen hebben regeringen veel subsidies verleend op de aanschaf van zuinige auto’s. Deze dreigen echter aan hun eigen succes ten onder te gaan.
Het probleem van de kleine, zuinige en vooral goedkope auto’s is de grote afhankelijkheid van subsidies. In Nederland wordt een korting gegeven op de BPM en voor leaserijders is een lagere bijtelling een prikkel om toch vooral een kleine (lease)auto te rijden. Nu de overheid met steeds meer van deze auto’s te maken krijgt, is het verlies aan BPM en de fiscale bijtelling een steeds belangrijker aspect op de begroting. Aangezien de begroting er op dit moment voor de meeste regeringen al een hersenkraker is, wordt het steeds moeilijker om de talrijke subsidies en stimuleringsmaatregelen voor de zuinige auto’s in stand te houden.
In Amerika loopt binnenkort het CAFE project af, waarmee automakers konden rekenen op subsidies als ze maar investeerden in hybride auto’s. De vraag is of automakers dit zullen blijven doen als de subsidies teruglopen. Daarnaast zullen deze automakers te maken krijgen met een teruglopende vraag als ook de kopers van zuinige auto’s geconfronteerd worden met minder of geen subsidies bij de aanschaf of het gebruik.